Onderzoek

Onderzoek is nodig om vast te kunnen stellen wat er aan de hand is. Als de huisarts vermoedt dat er sprake is van een chronische darmontsteking, zal hij/zij u verwijzen naar een maag-darm-leverarts of internist. Deze kan verschillende onderzoeken uitvoeren om vast te stellen wat er aan de hand is. De volgende onderzoeken zijn mogelijk: 

Bloedonderzoek
Bloed wordt afgenomen, waarna onderzocht wordt of er sprake is van bloedarmoede, een ontsteking en/of een slechte voedingstoestand. Heeft uw bloed een te laag eiwitgehalte dan kan dit een aanwijzing zijn voor de ziekte van Crohn. Eiwitten zijn een belangrijke bouwstof van het lichaam. Om meer zekerheid te krijgen is verder onderzoek noodzakelijk.

Onderzoek van de ontlasting
De ontlasting wordt onderzocht om te kijken of uw klachten te maken hebben met een infectie met bacteriën, wormen of parasieten. De ontlasting kan ook worden onderzocht op de aanwezigheid van het eiwit calprotectine. Indien dit eiwit verhoogd aanwezig is in de ontlasting, kan dit soms duiden op een chronische darmontsteking. 

Endoscopie

In de meeste gevallen wordt de diagnose vervolgens gesteld door middel van een kijkonderzoek, ook wel 'endoscopie' genoemd. Bij een endoscopie van de darm wordt de binnenkant van de darm bekeken met behulp van een endoscoop. De endoscoop is een dunne, flexibele slang die via de anus in de darm wordt geschoven. Aan het uiteinde van de slang zitten een lampje en een camera. De camerabeelden van de darm worden weergegeven op een beeldscherm. Deze beelden kunnen worden bewaard. Hierdoor kan de arts de beelden na het onderzoek nog eens rustig bekijken. Tijdens een endoscopie kan een stukje weefsel uit de wand van de darm worden weggenomen. Dit heet een biopsie. Bij een biopsie schuift de arts door de holle buis van de endoscoop een instrument naar binnen. Dit instrument haalt een stukje weefsel (biopt) uit de darmwand. Dit weefsel wordt daarna onder de microscoop onderzocht.

Herhaling darmonderzoek: Mensen met een chronische darmontsteking hebben een licht verhoogde kans om darmkanker te krijgen. Om het risico te verminderen, kan het van belang zijn om op regelmatige basis het darmonderzoek te herhalen. Hier wordt meestal zo'n 8 jaar na start van klachten mee gestart. Uw behandelend arts zal dit met u bespreken.

Echografie
Een echografie wordt uitgevoerd om te zien of er een ontsteking is buiten de darm. Ook is te zien of de darmwand verdikt is. Een echografie maakt gebruik van geluidsgolven. Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoekstafel. Uw huid wordt voor dit onderzoek ingesmeerd met een gel die geluidsgolven goed geleidt. De arts beweegt het echoapparaat over de huid van uw buik. Het echoapparaat is een instrument dat geluidsgolven uitzendt en de teruggekaatste geluidsgolven opvangt. De teruggekaatste geluidsgolven worden weergegeven op een beeldscherm. Meestal kunt u tijdens het onderzoek zelf meekijken op het beeldscherm. Een echografie is een eenvoudig onderzoek dat geen pijn doet.

MRI en CT-scan
Een MRI-scan kan worden gemaakt om een beter beeld te krijgen van onder andere de galwegen. Gal heeft twee belangrijke functies; het bevordert de vertering en opname van vetten, maar is ook verantwoordelijk voor de verwijdering van bepaalde afvalproducten uit het lichaam. Met behulp van een CT-scan is te zien of er fistels of abcessen in de buik aanwezig zijn. Een fistel is een busvormige holte in het lichaam die er niet hoort en die vaak is ontstaan door een ontsteking. Een abces is een met pus gevulde holte. Een CT-scan is een onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van röntgenstralen. Vóór de scan moet u contrastvloeistof drinken. Tijdens het onderzoek wordt u langzaam door een kokervormige scanner bewogen. De scanner maak een serie foto's van uw buikorganen. Ook van de dikke darm kan een gedetailleerde CT-scan gemaakt worden. Dit heet een CT-colonografie.